Brussels Jazz Weekend (Balcony Edition) Duo Muzzy Horn Brussel (29-05-2021) report: Steven Kauffmann & photo credits: Anja Cleemput info organisatie: Brussels Jazz Weekend info artist: Muzzy Horn © Rootsville 2021 |
---|
In normale omstandigheden trekt het Brussels Jazz Weekend 200.000 zielen naar de hoofdstad over 3 dagen, dit jaar dus, na een jaartje overgeslagen te hebben opteerde de organisatie voor een Corona proof afgeslankte editie waarbij de muzikanten op balkons van de vaak iconische gebouwen die onze Art Nouveau & Art Déco-hoofdstad rijk is de menigte mochten toespelen als minnestrelen op veilige hoogte, met afstand en mondmasker. Dit scenario werkte wonderwel in de praktijk. Mijn goede vriend Walter Vermander, federaal ambtenaar/filantroop en concertorganisator in zijn tweede leven zijn woning stond net in de steigers wegens een nieuw dak en vormde zo de perfect uitvalsbasis om te voldoen aan de eisen van de organisatie: op een balkon en met Brusselse artiesten. Alleen bleek de oorspronkelijk voorziene Mr Day, Limburgs-Brusselse fijnbesnaarde singersongwriter met zijn bluesy folkchanson vlak voor het concert geveld door een hardnekkige buikgriep en kon zo niet optreden …
Via ons muziekminnende netwerk, vonden we al snel een waardig alternatief in het duo Muzzy Horn (Henri Geezer uit Austin Texas maar al sinds mensenheugnis in Brussel woonachtig) en Marc François, multi-instrumentalist en sjieke harpblower. Hij mocht al spelen langs aan de zijde van de ons recent ontvallen blueslegendes Gene Taylor (doodgevroren in de Texaanse winterkoude zonder stroom in zijn slaap) en zopas James Harman die een hartinfarct kreeg nadat zijn 4de chemokuur voor slokdarmkanker net aansloeg, hoe ironisch en hard kan het lot zijn. Wij branden ondertussen een kaarsje voor Arno Hintjens …
Beide heren waren in allerijl opgetrommeld en namen plaats op de stelling van de bel étage uit 1926 waar Walter met zijn kersverse echtgenote een warm nest hebben en onze muzikale exploten al zo’n 15 jaar met fluwelen discipline aanstuurt, ook het Toogenblik, de Archipel en soms ook in de Archiduc en zelfs in het Eureka-bejaarden tehuis in Evere. Belangeloos doen we dat samen met een groot hart voor muzikale authenticiteit voor de Brusselaars die we graag zien komen op onze evenementen. Social musical gatherings onder gelijkgestemde zielen, zeg maar Mark François en Muzzy Horn (ook opererend onder het pseudoniem Geezer Young) spelen regelmatig de bekende blueskroeg Bizon plat en hebben hun sporen in het Brusselse clubcircuit al lang verdiend en het moet gezegd, zo op het onverwachte af kweten ze zich met verve van deze onverwachte maar spontaan ontstane gelegenheid om een talrijk opgekomen publiek krachtig en met stijl te entertainen met hun bluesy friandises die beter smaakten dan Leonidas. Ze spelen in de Booze ’n Blues, Bizon, Archipel, Lava Café of Archiduc of Kafka Hope en nu dus op de Square Maurane. Want op nummer 32 woonde deze Brusselse sterchansonnière die op trieste ochtend, nu al ’n paar jaar geleden levensloos werd aangetroffen na acuut hartfalen. Een prachtig decor met instemming van de weergoden voor een heerlijke portie rootsmuziek dus… Pittig detail, Mark François 65 en kreeg op zijn 48ste succesvol een nieuw hart dat zijn pompende mondharmonica feilloos aanstuurt en hij mocht de honneurs waarnemen als opener op dit gezellig plein in het raamkozijn in de nog zinderende avondzon van dit fraaie herenhuis uit bouwjaar 1926. Ook bouwjaar van wijlen Jerry Lewis en de nog onder de levenden vertoevende Mel Brooks, maar dit geheel terzijde.
Marc François zat direct op zijn blazing saddle en opende hartstochtelijk met zijn interpretatie van de oerclassic “Saint James Infirmary, een megahit voor Louis Armstrong in de roaring twenties (1928). Zijn vocale voordracht klonk als een klok en de sfeer zat er meteen in. Een lieve bejaarde buurtbewoner deelde schijfjes cervelat uit en de mensen hadden blikjes divers gerstenat meegenomen dat broeder- en zusterlijk gedeeld werd op deze prachtige avond with no hard rain that’s gonna fall, not this time no Sir, and thank you Lord. De trapgevel gaf een window tot een room with a view in mijn heimat Schaarbeek, waar ook de allereerste trein uit Mechelen aankwam (dus niet in Brussel Noord maar in Schaarbeek Station, home of het trainworld museum) in 1835 vijf jaar na de onafhankelijkheid van ons complexe doch unieke apenlandje. Marc François is geen bluesshouter, maar klinkt op zijn beste momenten als een bluesy John Prine en hij virtuoos op zijn mondmuziekske met dezelfde warmte van een Toots. Hij zong smachtend mooi en recht vanuit de tenen, vervolgens over de rue d’Aerschot als een ware Groucho v/d Marx Brothers over de vleselijke geneugten aangeboden door een “Sweet Mama” met fire in de belly en verwijzend naar de pretzone in de onderste regionen, een machtig mooi miniatuurtje en short story about a big belly bossomed girl from Ipanima of fijne charcuterie van een voorbijgevlogen Sarma aan de fijnste kassa …
Onder het publiek verwelkomden wij ook Vera, de vrouw in het leven van de betreurde Don Croissant die ook zichtbaar genoot van Marc François zijn exploten in da window. Hij ging verder alsof hij Rodger Hogdson was met een Super Supertrampiaans “The Love I felt for You” heel ijl en mooi breekbaar galmden zijn vocalen over de prairie van de Square Maurane terwijl hij een aardig deuntje wegblies op zijn immer virtuoze mondharmonica. Hij ging verder met een andere ode aan moeder de vrouw met “A Hardworking Mama From Memphis” die ruimschoots in haar deel van de inkomsten voorzag (hoe kwamen we niet te weten in deze songh). Ondertussen werd de avondbries wat frisser en was het aangenaam verpozen in de schaduw van de platanen met een vinnige versie van “San Francisco Bay”, gezapig maar fluks en zo was de eerste helft bij monde van Marc François alweer voorbij in een wip. De Texaanse bariton (Austin made) van Muzzy Horn klonk duivels met een verwensing aan het mondmasker (“j’en ai marre du masque, burn it or I don’t sing a song”) en zo kregen we een reeks eigen composities van Brelliaanse allure toegeworpen over de “psychological torture of humanity” opgelegd door diverse regeringen en persoonlijke getuigenis van de sporen die fysieke en mentale vrijheidsbeperking nalaten bij de gemiddelde medemens. Teder cynisme met anarchistische inslag, mooi gepende lyrics over gevangen zitten in je eigen kop met en zonder en door en met Corona …
“One of these days we all gonna rise above it” klonk het hoopgevend, cassante kanttekening en nagel op de kop. Nog een protestlied over de big Corporates versus zij die zich niet konden weren tegen zoveel bad forces. Killing in the name of blues amidst force majeur. Mooi getoondichte pamfletten tegen politiek, scherpzinnig protest op de banjo. De geest van Derroll Adams was niet ver weg in een ander tijdsgewricht maar de essentie, onvrede over het systeem, bleef intact en eigentijds. Volgende nog een Lou Reed-achtig aandoende parabel met verwantschap aan Dylans’ “God give names to all the animals” over human reptiles allerhande, met de snerpende echo van een misnoegde Nick Cave in zijn krachtige tenor, op een bedje van zacht zoemende mondharmonica uit de longen van Marc François, zijn sparring buddy in crime for this wonderful evening at Walter. De immer goedlachse Walter keek goedkeurend in de mooie ogen van zijn kersverse echtgenote Myrna uit s’Hertogenbos die hij op een mooie ochtend waarempel in het Amazonewoud tegen het lijf liep, al 15 jaar geleden nu. Deze song ebde mooi weg uitdeinend over magic and loss met een verstild uitstervende harmonicasolo zijn zijn kompaan M.F. Het ging verder met de quintessentiële logica van “It’ s A Mistery To Me”over het gezellig samenzijn tussen man en vrouw, of althans de poging daartoe ! Ondertussen had hij met zijn warme bariton onze innerlijke openhaarden al doen aanfloepen, met zijn mooie dictie en amalgaam aan songsgewijs gecondenseerde levenswijsheden, empirisch ondervonden en uitgespit.
A very philosophical approach op z’n Texaans-Brussels, zeg maar. Hij bracht nog even hulde aan ene Eddie Vedder en dan mocht het animo de blauwe avondlucht wat hoger in met “Midnight Rambler” van de Stones waarin hij de Mick Jagger, geboren op dezelfde dag als uw dienaar, in hem volledig loos mocht laten gaan. Dit was meteen het slotstuk in de wegen sanitaire redenen krap bemeten timing van deze niet platonische doch intense happening die heel gedisciplineerd doch uiterst gezellig verliep in de Jacques Rayéstraat. Morgen nog meer van die mooie dagen, en laat ons nu toch niet alleen. Merci Walter voor de infrastructuur en les gars a big thanks for that somewhat unexpected but brilliant performance. Wij danken de organisatie van het Brussels Jazz Weekend om dit toch maar mogelijk te maken en Walter voor de zeer vriendelijk ontvangst, mede door de immer charmante Myrna@place Maurane waar het goed toeven was deze 29ste mei. Iedereen blij naar huis ! Wist u overigens dat Schaarbeek de zesde grootste gemeente is van ons land met 130.OOO inwoners, daarvan waren er toch zeker 50 heel goedgezind met het muzikale ei van Muzzy en Marc eind mei :-) Morgen een ander monument. Tot dan beste lezers.